Nieuws van de leveranciers

Bij het verpompen van water met een hoge temperatuur zijn er een aantal aandachtspunten die je in acht moet nemen. Om de informatie praktijkgericht te houden, blijven we bij de hoofdlijnen:

-De relatie tussen druk en temperatuur;
-Correctie van de pompkarakteristiek NPSHr;
-Tips over materiaalkeuzes voor de selectie van een pomp

De relatie tussen druk en temperatuur

Het ontwerp van centrifugaalpompen richt zich op het verpompen van vloeistof en niet van damp! Elke vloeistof gaat bij een bepaalde temperatuur over in damp. We noemen dat het kookpunt en dat hangt af van de heersende druk boven de vloeistof. Op zeeniveau ligt de atmosferische druk gemiddeld op 1 bar en water zal dan bij een temperatuur van 100 °C in damp overgaan.

Gaat de druk boven de vloeistof omlaag, dan zal het kookpunt ook dalen. Evenzo zal bij een hogere druk de verdamping pas bij een hogere temperatuur beginnen. Zo gaat bijvoorbeeld water verdampen bij 120 °C als er een druk heerst van 2 bar.
 
Bij het verpompen van hete vloeistoffen speelt druk dus een belangrijke rol. Door simpelweg de druk te verhogen, kunnen we het medium vloeibaar houden. In de Vapor-pressur-for-watergrafiek lees je op de horizontale as de kookpunten van water in relatie tot de verschillende drukken op de verticale as.

Correctie van de pompkarakteristiek NPSHr

Elke centrifugaalpomp werkt met een NPSHr-curve waarin je de druk aan de zuigzijde van de pomp afleest om cavitatievrij te kunnen draaien. BBA Pumps, het zusterbedrijf van Distrimex en tevens pompenfabrikant, test de NPSHr met water van circa 20 °C. Afhankelijk van de capaciteit beschikt de pomp dan over een bepaalde zuighoogte. Belangrijk om te weten: bij een andere vloeistoftemperatuur wijzigt de NPSHr-curve.
 
Voor meer informatie over het verpompen van hete vloeistoffen ga naar de pompen kennisbank onder support bij www.distrimex.nl